Het bepalen van uw locatie ten opzichte van de windstreken is erg belangrijk. Dit is van vitaal belang om tijdens het wandelen door het terrein te navigeren, en in onbekende steden is het vaak handig om je voor te stellen in welke richting het noorden is.
Kompas
De meest betrouwbare manier om te begrijpen hoe de windstreken zich bevinden, is door een kompas te gebruiken. Als je er een hebt, plaats het apparaat dan horizontaal zodat niets de pijlen verhindert te bewegen. Zodra ze zijn gekalmeerd, draait u het kompas zodat de noordelijke richting overeenkomt met het kompasteken. Noord is N, niet S, het is belangrijk om dit te onthouden, omdat mensen vaak in de war raken.
Houd metalen voorwerpen uit de buurt van het kompas. Een spoorwegbed of hoogspanningsleiding vernietigt de meetwaarden van het apparaat. Als je je kompas meeneemt op een trektocht, kies dan een apparaat dat vrij is van metaal. Zo kan een kompas als decoratie worden ingebed in een metalen mes of horlogedeksel. Maar elk metaal introduceert onnauwkeurigheid in het kompas, dus de behuizing voor dit apparaat is gemaakt van niet-metalen materialen.
Het komt voor dat je je moet oriënteren, maar er is geen kompas bij de hand. In dit geval kan een smartphone met GPS-navigator of een navigator zonder smartphone helpen. Dergelijke apparaten hebben al een ingebouwd kompas. Dankzij hen kunt u niet alleen de windstreken bepalen, maar ook begrijpen hoe u op de gewenste plaats kunt komen.
Als er geen kompas is
Als er geen kompas bij de hand is, is een heldere hemel boven je hoofd handig. 'S Nachts kun je navigeren aan de hand van de poolster: hij wijst altijd naar het noorden, als je naar hem draait. Om haar te vinden, moet je de Grote Beer vinden. Stel je dan voor dat een rechte lijn de twee buitenste sterren van de "emmer" verbindt. Volg de richting van deze lijn en meet ongeveer 5 afstanden tussen de buitenste sterren van de Grote Beer. Je komt precies bij de poolster. Het is vrij eenvoudig om te bepalen dat dit het is - het is een van de helderste sterren aan de hemel.
Overdag vaar je bij de zon. 's Middags staat de zon naar het zuiden, 's ochtends in het oosten en 's avonds in het westen.
Kardinale punten in het bos
In de natuur kun je navigeren door speciale functies. Let op het mos op de bomen. Het bevindt zich meestal aan de noordkant, omdat het zich voor de zon verbergt. Er zijn meestal meer takken aan de zuidkant van de boom, en ze zijn vaak langer. Als je een boomstronk ziet, zul je merken dat de jaarringen aan de zuidkant breder zijn. In het noordelijke deel is de berk altijd donkerder.
Mieren bouwen ook hun nesten in overeenstemming met de windstreken. De zuidkant van een mierenhoop is meestal vlak, maar in het noordelijke deel staat vaak een boom of een grote steen.